Bangkok, Cameron Highlands & Kuala Lumpur
22 maart 2017 - Kuala Lumpur, Maleisië
Do, vr, za & zo 16, 17, 18 & 19 maart 2017
Over Bangkok kan ik kort zijn: niet mijn ding. Niet echt veel dingen om te bezoeken die ik interessant vind, een chaos van jewelste overal en iedereen moet wat van je.
Het guesthouse waar ik sliep daarentegen was, zeker voor het luttele bedrag van 8 euro per nacht, uitstekend en lag in een gezellige buurt vlakbij de bekende Khao San Road. Dat is de straat die ik me zal herinneren als maatpak-aansmeer-straat. Om de tien meter staat een mannetje met een foldertje die je vraagt of je een maatpak van hem wil kopen. ‘Where you from?’, vragen ze allemaal. En als ik dan zeg ‘Holland’, krijg ik in bijna volmaakt Nederlands antwoorden als: ‘hartstikke mooi man!’ en ‘kijken, kijken, niet kopen!’ om mijn oren.
Op de eerste dag zat ik aan het eind van de middag ergens in een parkje te chillen, toen stipt om zes uur plots iedereen ging staan en het Thaise volkslied door de speakers klonk. In eerste instantie had ik het niet eens door, maar toen een mevrouw van middelbare leeftijd druk naar me begon te gebaren alsof ik een of andere cultuurbarbaar was, ben ik ook maar snel opgestaan. Schijnt dat dit twee keer per dag gebeurt, om acht uur ’s ochtends en om zes uur ’s avonds. Iedereen in Bangkok stopt dan waar hij of zij mee bezig is, heb ik me laten vertellen.
Op dag twee dacht ik, ik ga eens cultureel doen vandaag en dus ben ik naar Wat Pho gelopen. Dit is een tempel die pal naast het koninklijk paleis ligt. Echter: geen korte broeken toegestaan op het overigens prachtige complex. En met 35 graden ga ik dus echt niet in een lange broek lopen. Dat is net alsof je vier maanden in een t-shirtje verdwaald hebt rondgelopen door de bossen van winters Alaska en nadat je gered bent alleen een koude douche mag nemen, ondanks dat er gewoon warm water beschikbaar is.
Ik heb één lange broek bij me en die heb ik tot nu toe alleen op de heenweg en in de moskee in Muscat aangehad. Bij die laatste aangelegenheid wist ik niet hoe snel ik dat ding uit moest trekken toen ik weer in de auto zat, en daar was het ijskoud in vergelijking met hier.
Lang verhaal kort: ik heb geen lange broek aangetrokken.
Op zondag was het tijd om Bangkok weer te verlaten. Dit keer mocht ik wel de lounge in op het vliegveld en dat betekent: gratis vreten en drinken, al is het aanbod zeer bescheiden. Ik mocht er zelfs extra lang gebruik van maken, aangezien de vlucht uit Ethiopië een ruim uur vertraging had opgelopen.
In tegenstelling tot de heenvlucht was de business class vandaag goed gevuld. De belangrijke mannen in pak keken weer raar op toen ik in mijn korte broek en overhemdje met korte mouwen naast ze plaatsnam.
Iets later dan gepland was ik weer in Kuala Lumpur.
Maandag 20 maart 2017
Ik heb nog een paar dagen voordat ik naar Indonesië vlieg. Kuala Lumpur was ik al geweest en dus heb ik de bus genomen naar Tanah Rata. Naar wat? Tanah Rata. Dat is een plaatsje in de zogenoemde Cameron Highlands, een hoogvlakte ten noorden van Kuala Lumpur die vooral bekend staat om haar theeplantages.
Het eerste gedeelte gaat over de snelweg en dus vrij vlot, maar het laatste ‘stukje’ (anderhalf uur), gaat via een bochtige weg omhoog en duurt daardoor vrij lang. Hier en daar wat overhangende takken wegkoppend, rijdt de bus langs de tientallen houten hutjes van de lokale bevolking die hun handelswaar proberen te verkopen.
Na bijna vier uur is de bestemming bereikt, en wat is het heerlijk hier. Ten eerste de temperatuur (net onder de twintig graden), maar vooral toch ook de rust. Na vier weken bijna alleen maar in grote, chaotische steden te hebben rondgehangen, was dit meer dan welkom voor mij.
Bij mijn verblijfplaats boden ze verschillende tours aan, dus ik heb er gelijk maar eentje geboekt voor de volgende ochtend.
Dinsdag 21 maart 2017
Om kwart voor negen zou ik opgehaald worden, dus de wekker ging (relatief) vroeg af. (Excuses aan de werkenden onder ons die er écht vroeg uit moeten, ik leef met jullie mee.)
In de Land Rover werd ik vergezeld door vijf… Duitsers. Aardige mensen overigens hoor. Hier en daar kon ik wat verstaan, maar toen ze vroegen waar ik vandaan kwam, continueerden ze al gelijk in het Engels. Dat probleem ook weer opgelost.
Als eerste werden we naar de theeplantages gereden, met maar liefst zeshonderd hectare de grootste van Maleisië. Met een prachtig uitzicht op de achtergrond vertelde chauffeur en gids Francis van alles en nog wat over de plantages.
Tweede stop was een uitzichtpunt op ruim 2000 meter hoogte, het hoogste met de auto te bereiken punt in Maleisië. De weg er naartoe is echter, hoe zal ik het omschrijven… De ALLER slechtste en smalste verharde weg die ik ooit heb gezien/gevoeld. En als je dan met zes mensen in een auto zit met twee bankjes tegenover elkaar in de lengte van de auto, zonder ook maar enige houvast, dan wordt je alle kanten op geslingerd.
Het uitzicht was dan wel weer de moeite waard. Er stond een smalle, roestende uitkijktoren van drie verdiepingen hoog met nog smallere en supersteile traptreden. Toen ik omhoogging, hield de rest het spontaan voor gezien. Ik snap er nog steeds niets van.
Daarna werden mijn schoentjes van een andere kleur voorzien na een korte wandeling in het Mossy Forest en tot slot werden we naar de theefabriek gebracht, die helaas niet in werking was op dat moment.
In Brinchang, het dorpje naast Tanah Rata, werd ik op eigen verzoek afgezet. Hier heb ik voor een appel en een ei mijn lunch naar binnen gewerkt, waarna ik terug naar Tanah Rata ben gelopen via een kort bergwandelingetje.
Woensdag 22 maart 2017
Ik vond het heerlijk in de Cameron Highlands, maar helaas moet ik vandaag alweer terug naar KL. Morgen vlieg ik namelijk weer verder naar het idyllische Banda Aceh in Indonesië en bovendien heb ik voor vanavond een reservering liggen bij de Petronas Twin Towers. Ik ben er weliswaar al geweest, maar nog niet op de 86e verdieping.
De busreis verloopt wederom soepel en aan het begin van de middag stap ik de ondraaglijke hitte weer in. Het lijkt wel of het nóg warmer is dan eerst, ongelooflijk hoe snel het went als je weer een paar daagjes in een normale temperatuur hebt vertoefd.
Ruim op tijd begeef ik me naar metrostation KLCC, die verbonden is met het winkelcentrum Suria KLCC, recht onder de Twin Towers. Het is volgens mij de grootste toeristische trekpleister van Kuala Lumpur, maar NERGENS in het hele fucking winkelcentrum staat aangegeven waar je heen moet. Van tevoren had ik het nog even gecheckt op internet, maar ook van die beschrijvingen klopte geen reet. Ik heb denk ik wel twintig minuten rondgelopen en aan zeker zes personen, inclusief informatiebalie, gevraagd waar het nou was, maar telkens met vage antwoorden tot gevolg.
Het bleek vlakbij een van de twee hoofdingangen te zijn. Ik had sterk de neiging om terug te lopen naar de informatiebalie om ze vriendelijk te vertellen hoe simpel ze het hadden kunnen uitleggen, ware het niet dat ik nog maar net op tijd was.
Eerst ga je met de lift naar de 42e verdieping, waar je de skybridge op kunt, die tussen de twee torens in hangt. Daarna komt het observatiedek op verdieping numero 86 van toren 2. Het uitzicht was uiteraard fraai, al was het jammer dat de zon, die de hele dag had geschenen, het op dit moment verloor van de bewolking.
Wordt er niet geplukt op de theeplantages?
De brug in Bangkok lijkt wat op De Zwaan!