Lake Toba & Bukittinggi

13 april 2017 - Jakarta, Indonesië

Goedemorgen iedereen. :-)

Het is alweer een tijdje geleden dat ik wat geschreven heb, dus hoog tijd om weer eens wat van me te laten horen. Onderstaande update had ik al heel lang klaar staan en de bedoeling is dat ik de komende dagen ook in het kort ga beschrijven wat er de afgelopen drie maanden allemaal gebeurd is.

Woensdag 5 april 2017

Om twee uur word ik opgehaald door de ‘tourist bus’. Vandaag vervolg ik mijn reis namelijk naar Lake Toba, het grootste vulkanische meer van de wereld. In het midden van het meer ligt een groot eiland, Pulau Samosir, waar ik zal verblijven. Eigenlijk is het een schiereiland, want in het westen is het middels een kleine strook land verbonden met het vasteland.

Eindbestemming van de rit is Parapat, een plaats aan de oostkant van het meer waarvandaan de ferry naar Samosir vertrekt. Onderweg rijd je een groot gedeelte boven het meer langs en kom je langs een paar prachtige uitzichtpunten. Het is maar 110 kilometer vanaf Berastagi, maar toch duurt de rit weer erg lang; na een uur of vier bereiken we pas de haven in Parapat. Gelukkig nog wel ruim op tijd voor de laatste ferry, die om zeven uur vertrekt.

De ferry doet er een kleine veertig minuten over om de oversteek te maken naar Tuk Tuk, het plaatsje waar vrijwel alle accommodatie gevestigd is, dus ook de mijne.

Do 6 t/m zo 9 april 2017

Deze dagen heb ik vooral lekker gerelaxt. Ik had maar drie nachten geboekt, maar ik heb er na de eerste nacht meteen twee bij geboekt. Het is hier zo lekker rustig. Bovendien is het guesthouse verreweg het leukste waar ik tot nu toe ben geweest. De mensen zijn ongelooflijk vrolijk en behulpzaam, het eten is heerlijk en goedkoop, er is een gezellige (open) gezamenlijke ‘lounge’ en als je je kamer uitstapt lig je binnen twee tellen in het warme water van het meer. ’s Avonds toont de eigenaar zijn zang- en gitaarkunsten. Laster Jony’s heet het. Mocht iemand hier ooit nog eens in de buurt zijn: ik zou het wel weten.

Op zaterdag heb ik voor 100.000 Rupiah (een euro of zeven) een scooter gehuurd. Geen contracten, aanbetaling of borg, gewoon de sleutels overhandigd krijgen en je kunt eropuit. Ik ben via de noordkant naar Pangururan gereden, aan de andere kant van het eiland. Daar ben ik het eiland een paar kilometer afgereden en heb ik bij een tentje langs de weg geluncht. Het was al niet duur, en dan kreeg ik er ook nog eens gratis en voor niets een mooi uitzicht over het meer bij.

Ik had al gemerkt dat mijn achterband zacht was geworden, en toen ik weer op de scooter stapte was hij zelfs helemaal lek. Gelukkig struikel je in Indonesië over de kleine onderneminkjes waar je je scooter kunt laten repareren. Na een klein half uurtje was de band geplakt. ‘Eight’, zei de meneer toen ik vroeg hoeveel het kostte. Ik dacht, hij zal wel tachtigduizend bedoelen (kleine zes euro). Voorzichtig gaf ik een briefje van tienduizend, maar hij liep al gelijk weg om wisselgeld te halen. Voor 57 eurocent heeft de beste man dus mijn band staan plakken. :-)

Op de terugweg zag ik ergens een smalle afrit naar een strandje, dat nagenoeg leeg was. Niet veel later begon het te regenen (uiteraard), terwijl ik nog zeker een half uur moest rijden. Aangezien het hier nooit meer ophoudt met regenen als het eenmaal is begonnen, ben ik maar gewoon opgestapt en teruggereden.

De overige dagen heb ik voornamelijk te voet doorgebracht in het dorpje Tuk Tuk en de directe omgeving.

Ma 10 & di 11 april 2017

Om tien uur ’s avonds zou ik in Parapat opgehaald worden door de tourist bus die mij naar Bukittinggi zou brengen, zo’n vijfhonderd kilometer verderop. Met zijn zevenen, exclusief chauffeur, in een ruime personenauto, dertien uur lang… Gelukkig mocht ik voorin zitten, al hebben mijn knieën het dashboard niet losgelaten gedurende de reis. De chauffeur, die uit Medan kwam en dus al een uur of zes onderweg was, was iets verlaat en omdat de bagage deels op het dak geplaatst moest worden, vertrokken we pas tegen elven.

De beloofde dertien uur werd uiteindelijk ruim zeventien uur. En dat allemaal door dezelfde chauffeur die slechts een keer of drie is gestopt om een uurtje te slapen… Dat zou je in Nederland op een mooie boete komen te staan. Dit is echter Indonesië, waar men het niet zo nauw neemt met de veiligheid. Dat is ook te merken aan de wegen, die soms goed lijken, maar dan ineens is er een hele rijstrook verdwenen (ingestort), zonder waarschuwing. Geen idee waarom ze van het programma ‘De Gevaarlijkste Wegen Van De Wereld’ nog niet hier zijn geweest.

Woensdag 12 april 2017

Een goede nachtrust had ik wel even nodig, maar deze was zo goed dat ik de ene dag die ik in Bukittinggi had, gehalveerd zag toen ik bij het wakker worden de klok bekeek. Eén dag was eigenlijk al te weinig, want er is hier genoeg te zien en vooral te doen, maar ik ben al halverwege de zes weken die ik in Indonesië heb en ik wil toch ook nog wel wat van Java en Bali zien. Vandaar dat ik heb besloten om voor morgenmiddag een vlucht te boeken vanaf Padang naar Jakarta. Het oorspronkelijke plan was om volledig over land naar Bali te reizen, maar daarbij had ik geen rekening gehouden met het Indonesische tempo. Dat gaat hem dus niet meer worden.

Ik heb gedaan waar ik goed in ben, namelijk een beetje rondlopen en kijken wat ik zoal tegenkom. Uiteindelijk kwam ik bij een uitzichtpunt over de Sianok Valley. Zoals op wel meer plekken waren de makaken ook hier weer massaal vertegenwoordigd. Op de achtergrond kon je de Mount Singgalang zien, al lag deze vandaag helaas verstopt achter de wolken.

Daarna ben ik nog even bij de kapper langs geweest, want dat was deze reis nog niet gebeurd. Mijn kapsel begon al langzaam op dat van John de Wolf te lijken toen hij nog voetbalde en dat moet je niet willen natuurlijk.

Donderdag 13 april 2017

De accommodatie waar ik verbleef had voor mij het transport geregeld naar het vliegveld van Padang. Het zou zo’n twee uur rijden moeten zijn, maar je bent in Indonesië, dus dan weet je het wel. Waar de chauffeur allemaal heen reed en waar hij allemaal stopte… Geen idee, maar het komt erop neer dat ik blij was dat ik ruim op tijd was opgehaald.

Het vliegveldje van Padang is het allerslechtste dat ik ooit heb gezien. Eén grote chaos. Ondanks wat lichte vertraging was de vlucht verder prima.

Dat kan helaas niet gezegd worden van de rit van het vliegveld van Jakarta naar de stad. Eerst heb ik al bijna een uur staan wachten op de juiste bus. Vervolgens ging deze alle 136 terminals af, alvorens hij koers zette richting het centrum. Maar het ergste moest nog komen; de rit van zo’n 20 á 25 kilometer duurde bijna drie uur. Wie denkt dat de randstad druk is, daag ik uit om hier eens een kijkje te komen nemen. Rond half vijf was ik geland en tegen negen uur ’s avonds arriveerde ik in het hostel. Welkom in Jakarta…

Foto’s

6 Reacties

  1. Renee De Kreek:
    4 juli 2017
    Gelukkig je inspiratie is niet verloren gegaan in de hitte! Wat een kleurrijk land is Indonesië toch! En de foto met uitzicht in Tuktuk lijkt wel een schilderij.
  2. Jos korver:
    4 juli 2017
    Hoi Edwin, leuk van je te horen.Grappig om weer te lezen en het blijft allemaal prachtig. Verder nog veel plezier met je avonturen in Australië.
  3. Bert de Kreek:
    4 juli 2017
    Toch weer een heel leuk verhaal, en mooie foto's, die we nog niet allemaal hebben gezien. Uiteraard hebben we bijna dagelijks contact via Whatsapp, maar daar kan je geen grote verhalen op kwijt. We zijn heel erg benieuwd wat er nog verder volgt.
  4. Cor en Els:
    5 juli 2017
    Hoi Edwin. Goed om weer iets van je te horen. Was al aan je mams wezen vragen of alles goed was. Maar leuk om je verhaal weer mee te lezen.
  5. Jos:
    5 juli 2017
    Hoi Edwin, zeker andere bezigheden gehad !
    Blij dat je de figuurlijke pen weer te hand hebt genomen.
  6. Nicolette:
    6 juli 2017
    Ha die Ed, weer een mooi verhaal met foto's hoor, heel leuk om zo met je mee te reizen!!